Deeg 200 g volkorenmeel of een mengsel van meel en bloem – 2 theel. bakpoeder – 75 g boter – 3 eetl. olie (van walnoot, saffloer of zonnebloem) – 0,5 dl water
Vulling: 200 g sjalotten – 250 g wortel – 35 g boter + voor invetten – 2 theel. tijm – 2 eetl. meel of bloem
Meel (en/of bloem) en bakpoeder in een kom zeven. Boter en olie erdoor mengen tot een kruimelige massa. Zoveel water erdoor kneden tot een elastisch, samenhangend deeg.
Wortels wassen, indien nodig schrapen, en in plakjes snijden. Sjalotten pellen, in ringen snijden en fruiten in de boter. Wortelplakjes en tijm toevoegen en 10 min. meefruiten onder regelmatig omscheppen. Meel of bloem erdoor scheppen, op smaak brengen met peper en zout en iets af laten koelen. Deeg uitrollen. Springvorm ( 17 cm) of bakblik invetten en bekleden met de helft van het deeg. Wortel-uimengsel erop leggen tot 1 cm van de rand en bedekken met de rest van het deeg. Deeg aan de randen op elkaar vastdrukken met een vork. Een paar sneetjes maken in het deeg en in de oven (voorverwarmd op 200C) in 30 min. goudbruin bakken. Lekker met een salade en gebakken aardappelen.